Kant
Immanuel Kant, The Critique of Judgement
Gadamer over Kant
“Met Kants verzelfstandiging van de smaak tot een subjectief esthetisch oordeelsvermogen is volgens Gadamer de mogelijkheid van een eigen fundering van de geesteswetenschappen verloren gegaan.” Rob van Gerwen, Moderne filosofen over kunst, Klement, 2016, p. 232.
Read moreWaar de geest dan wel is
Swaab en mainstream neurofysiologisch ingestelde gamma-wetenschappen dwingen ons een antwoord in de verkeerde hoek te zoeken. Met “ons” bedoel ik mensen. Zij beweren dat de geest niets meer is dan de hersenen, dus gaan “wij” uitwegen zoeken uit dat reductionisme door te zeggen dat de geest meer is dan de hersenen, of zo. En door…
Read moreKants Objectmodel van Natuurschoonheid
Aan het einde van de “Analytik des Schönen”, in een “Allgemeine Anmerkung”, onderscheidt Kant mooie dingen van mooie uitzichten met het argument (in mijn verwoording) dat mooie uitzichten alleen op empirische gronden mooi genoemd worden, louter omdat ze het vrije spel van de verbeelding aan de gang houden. Ze doen dat echter niet vanwege de…
Read moreKant and the gaze
The first sentence of Kant’s Critique of Judgement (of section 1), in my reading, presents us with the flawed view of human beauty–without mentioning human beings there, and apparently Kant didn’t mean to either–that is threaded through contemporary culture: the view that requires one to treat the object of the gaze as if represented. Gerwen,…
Read moreKunstschoonheid en de moraal
Zuivere schoonheid is amoreel (denk aan Kants uitsluiting van morele begrippen als bepalingsgrond van het zuivere smaakoordeel), maar hoe zit het met kunstschoonheid? Kunstschoonheid is afhankelijke schoonheid, ze hangt af van de bedoelingen van de kunstenaar en Kant lijkt het hierbij open te laten of hier morele bedoelingen in het geding zijn. Men kan ook…
Read moreKant, KU, §9
In par. 9 onderzoekt Kant de vraag wat eerst is: het genoegen of het oordeel over het object dat dit genoegen teweegbrengt. Hiermee reageert hij onder meer op de theorie van David Hume die meent dat schoonheid een sentiment is, en dat onze dialoog achteraf alleen dient om erover te praten. Kant, nu, omdat hij…
Read moreKant, KU, Opwinding en ontroering
De irrelevantie van opwinding en ontroering is Kants argument tegen de evocatie-theorie van artistieke betekenis, de theorie die meent dat de betekenis van een kunstwerk bestaat in hetgeen het werk in zijn beschouwer oproept. Kants argument werkt mooi tegen sentimentele oordelen (vgl. Savile), maar is lastig wanneer het om “tearjerkers” gaat, daar die voor hun…
Read moreKant en de XTC-pil
Wat, denk je, zou Kant zeggen over de subjectieve doelmatigheid van de XTC-pil? Als je het weet, lever je antwoord dan in via een mailtje. De XTC-pil (of LSD voor de ouderen onder ons) veroorzaakt een vrij spel der kenvermogens, toch? Is de pil mooi of wat we als gevolg van het innemen ervan waarnemen?…
Read moreKant en Hume over de schoonheidsemotie
Kants gevoel van genoegen is ook –net als bij Hume– een emotie die niets afbeeldt, maar bij Kant betekent ze slechts: dat we in de ervaring willen volharden. En die ervaring, waar we dus in willen volharden, is een vrij spel der kenvermogens, en dat vrije spel gaat wel over het mooie object (op een…
Read moreOnzuivere smaakoordelen en volkomenheid
Een onzuiver smaakoordeel is nadrukkelijk iets anders dan een oordeel over de volkomenheid van een object. Een smaakoordeel is eerst en vooral een oordeel over de manier waarop iets zich aan ons gemoed (gevoel van lust en onlust) voordoet. Kant ‘tolereert’ ook smaakoordelen waarin concepten enige rol spelen, maar oordelen die alleen maar gaan over…
Read more