Filosofie (nl.)
God als motivator en als actor
Manfred Schneider, in de ingekorte versie van een voordracht in NRC van 3 en 4 oktober 2009, legt uit hoe mensen die aanslagen plegen uit onmacht handelen. Terwijl paranoia vroeger vooral een zaak was van de machtigen die zich bedreigd voelden door ieder spatje van kritiek, zijn het tegenwoordig vooral de machtelozen. Denk bij de eersten aan Caligula, Hitler en Stalin, bij de laaststen aan de zelfmoordterroristen.
De auteur haalt dan twee typen voorbeelden aan.
De sluipschutter die in oktober 2002 in de omgeving van Washington argeloze burgers vanuit een hinderlaag beschoot, liet op de plaats delict een tarotkaart achter met de boodschap: `Geachte politieagent, ik ben God.’ De 17-jarige schutter Eric Harris die samen met zijn vriend Dylan Klebold op 20 april 1999 op de Columbine Highschool bij Denver, Colorado, twaalf leerlingen doodschoot, schreef in zijn dagboek meermaals de zin `I feel like God‘. De jonge Duitse schutter Sebastian Bosse, die op 20 november 2006 op de Geschwister Scholl Schule in Emsdetten leraren en leerlingen doodschoot, van wie er gelukkig slechts een paar zwaargewond raakten, verklaarde in zijn afscheidsvideo op internet in het Engels: `I was godlike and I began planning this massacre.’
Hij voegt daar onmiddellijk aan toe:
Dat ook veel aanslagplegers handelen vanuit de overtuiging dat God zelf hen tot moord aanzet, zien we bijna dagelijks terug in de nieuwsberichten en dreigingen van jihadstrijders over de hele wereld.
Schneider gaat dan verder met het op een hoop gooien van al dit soort massamoordenaars, hij voegt er ook de “bureaumoordenaars die de gaskamers vulden” bij, enz.
Natuurlijk. Mensen moorden door zich op iets groots te beroepen. Dat punt geef ik de auteur graag mee. Maar ik wil graag op een wezenlijk onderscheid wijzen.
Je God voelen is niet: naar God luisteren
Je God voelen is niet hetzelfde als naar God luisteren. Wie zich God voelt, meent van binnenuit volstrekt zeker te weten dat de wereld zo bestierd moet worden zoals men zelf voelt dat hij bestierd moet worden: “Wat ik doe is volstrekt zuiver, het is volstrekt goed; het doet er niet toe wat anderen ervan vinden.” Ik ga er vanuit dat ook een Jezus van Nazareth in deze categorie valt (ook Nietzsche betoogde dit in zijn boekje De Antichrist).
Moorden op instigatie van God (hoe men aan die berichten van God komt, is uiteraard een volgende kwestie) is iets heel anders. Men voelt zich niet zelf volstrekt zuiver en boven alle twijfel verheven. Veeleer voelt men zich nietig in het licht van een grotere waarheid, die van God, zoals geopenbaard in die of die tekst.
De eerste moordenaars die Schneider aanhaalt handelen dan ook volstrekt naar eigen “inzicht”, volgen geen enkel verhaal dat hun handelingen zou moeten legitimeren: daar is immers geen enkele noodzaak voor. “Aanslagplegers” daarentegen behoeven het narratief dat de wil van God beschrijft: zij gehoorzamen dat narratief en zijn op zijn best indirect intern gemotiveerd, nl. via de verhalen.
Toegift: Nietzsche
Men kan hierbij denken aan een onderscheid dat Nietzsche beschreven heeft tussen een Untermenschenmoral en een Übermenschenmoral, waarbij de eerste die is van mensen die hun fanatisme ontlenen juist aan een gebrek aan authentieke, interne motivatie, aan een verhaal: de aanslagplegers. De Übermenschenmoral is intern gemotiveerd: de actor bevecht hem op zichzelf.
In sommige contexten zou men hem als een held kunnen beschouwen omdat hij zelf instaat voor zijn handelingen, maar de onderhavige massamoordenaars laten wel zien dat ook Übermenschenmoral geen garantie biedt voor het goede.
Schneider heeft dit inzicht voor ons verduisterd door al de door hem besproken massamoordenaars in een categorie te plaatsen en ze allemaal als “Untermenschen” te begrijpen (ik zeg niet dat hij de termen gebruikt).
Gevolgen voor Schneider
Wat zijn hiervan de gevolgen voor Schneider, kan men zich afvragen. Wel, hij concentreert zich op het idee dat massamoordenaars paranoïde zijn, en dat mag het geval zijn bij het type dat zich narratief laat inspireren, maar het lijkt me verre van adequaat om in deze zin na te denken over het type dat zich zelf God waant. En laat dat nu juist de strekking van het artikel te zijn geweest: te suggereren dat ze één pot nat zijn.
Meer concreet: als men een psychologische uitleg van massamoordenaars zou willen geven, vraagt dit om twee totaal verschillende: wie aan een God-delusion lijdt (een almachtfantasie) lijdt aan iets anders dan wie aan een extreem nietigheidsgevoel lijdt en zich uit grandioze frustratie overgeeft aan anderman. Voor de technische termen en de relevante DSM-IV-diagnosen laat ik graag het laatste woord aan de psychologen.
Schneider, Manfred. 2009. “Elke blik, elk teken, elk bericht getuigt van een samenzwerende macht.” NRC-Handelsblad Oktober 3:Opinie & Debat, 2–3.
You must be logged in to post a comment.