Philosophy of the Arts

Wetenschapsfilosofie

Kuhns Schoolvoorbeelden

Een van de punten van kritiek van Thomas Kuhn op de traditionele wetenschapsfilosofische discussies is dat men van te nette modellen uitgaat: van schoolboek voorbeelden. Daar tegenover plaatst Kuhn het model van de revolutie. In revoluties is er geen sprake van twee nette modellen van de sociale werkelijkheid die elkaar, netjes, opvolgen, maar is er eerst een groeiende ontevredenheid die steeds meer om zich heen grijpt en die ook de instituties betreft die het oude maatschappelijk bestel bestierd hebben. Ook de tsaar moest ten onder en zijn regeringsstructuur, en daarmee zelfs de verdienstelijke kanten van het oude bestel, zoals de vergaarde rijkdommen en de paleizen die ermee gebouwd zijn. Dit nieuwe model maakt duidelijk dat er met bij overgangen in de wetenschappen meer gemoeid is dan de traditionele wetenschapsfilosofie meende.

Mijn ene vraag is deze: gaat Kuhn niet even goed van schoolboeken revoluties uit? De Russische revolutie bij voorbeeld is een schoolmodel. Hoe zit het met de huidige omwentelingen in Rusland? Wanneer zullen we zeggen dat hier sprake is van een revolutie of van “normal science”, dat wil zeggen, van puzzle-solving? Is Poetin de oude orde aan het hervormen, maar niet wezenlijk, of is er sprake van een revolutionaire (dus irrationele) overgang naar een kapitalistische inrichting?
Of, ander voorbeeld: is de ingreep van het Westen in Irak een revolutie, (paradigma-wisseling), en wanneer weten we of ze geslaagd was? Was Saddam een voorbeeld van een anomalie of van een puzzle? Die vraag is lastig te beantwoorden en ze geeft te denken over het verschil tussen die twee typen problemen.

You must be logged in to post a comment.