Filosofie (nl.)
Het enige argument tegen gelaatsverberging
Henri Gooren, cultureel antropoloog aan mijn universiteit (Utrecht), schrijft in een ingezonden brief in de NRC van 29 november 2006, de volgende wijze woorden:
“Elke religie bevat conservatieve en progressieve elementen. Elke religie kan mensen helpen hun leven op orde te brengen door het te zien als onderdeel van een groter verhaal. Ministers en Kamerleden die de boerka willen verbieden, bedrijven symboolpolitiek. Veel tijd en geld wordt besteed aan een verbod, waarvan het effect onzeker is en waarschijnlijk tegengesteld aan de bedoeling.”
Mij lijken dat treffende waarschuwingen. De sociale effecten moet men meenemen.
Vergelijken met bankovervallers met bivakmutsen?
Hoe wordt het verbod op de niqaab en/of de boerka momenteel echter gemotiveerd? Niet, uiteraard, met “wij zijn tegen afwijkende religies”. Dat zou onhoudbaar en onwenselijk zijn.
Helaas echter wordt de vergelijking gemaakt met bankovervallers die een bivakmuts over hun hoofd trekken. Mij dunkt dat er geen wet voor nodig is om dat te verbieden: om de simpele reden dat het een doel dient dat al tegen de wet is. Dat moet de motivatie zijn om mensen van wie men verwacht dat ze iets crimineels gaan doen van de straat te halen. Immers: bankovervallers gebruiken ook auto’s en we zullen toch niet het gebruik van auto’s om die reden aan banden willen leggen. Enne, ze hebben ook schoenen aan, zullen we daar ook maar meteen een wet tegen uitvaardigen?
Ons gevoel voor lichamelijke afstand
Naar mijn idee staat er niets meer op het spel dan ons gevoel voor lichamelijke afstand—maar ook niets minder. Ik zou er dan ook voor pleiten een verbod op de bedoelde gelaatssluiers te combineren met een eenduidig verbod op het gebruik van de mobiele telefoon binnen, zeg, een straal van drie meter van andere mensen.
Daarmee bedoel ik tenminste nog twee dingen.
Ten eerste ons gevoel voor lichamelijke afstand is uitermate kwetsbaar, en daarom welhaast onmogelijk te verdedigen, maar het is welzeker het verdedigen waard! Iedere cultuur zal ‘zijn’ gevoel voor gepaste afstand willen (en moeten) verdedigen. Ook de moslims die het recht op de sluier verdedigen, verdedigen hun gevoel voor gepaste afstand. Het vormt het hart van de samenleving, nee, van het samen leven. Uiteraard zijn culturen historisch ontstaan, op een toevallige plaats, onder invloed van een toevallige samenloop van omstandigheden, maar al die toevalligheid neemt nog niet het belang en de waarde van de aldus ontwikkelde gevoelens weg. Ik geef toe: het gaat niet om meer dan dit, maar evenmin om iets minders.
Ten tweede moeten we ons niet te gemakkelijk laten verleiden door de retoriek van een godsdienstoorlog. Door het verband te zien met het onfatsoen dat gepaard gaat met het gedrag van mensen die in het openbaar in mobiele telefoons spreken, kunnen we het van die retoriek losmaken.
(Ik heb een soort vertrouwen in religies waar het om het verdedigen van dit soort normen gaat, maar het feit dat het Vaticaan zich, bij monde van kardinaal Renato Martino, in de kwestie mengt, hoe terughoudend ook (NRC 15 november 2006), is lastig: waarom zouden zij zich als spreekbuis van deze culturele waarde opwerpen? Hier gelden de wijze woorden die ik hierboven citeerde. In alle gevallen gaat het om de gebezigde argumenten (hoewel die soms pas in hun effecten beschikbaar worden)).
En zie mijn bespreking over de niqaab.
You must be logged in to post a comment.