mfok
Gadamer over gelijktijdigheid
IN GEEN ENKELE FILOSOFISCHE TRADITIE wordt de esthetica zo serieus genomen als in de Angelsaksische, analytische filosofie, tenzij, misschien in Gadamers werk. In tegenstelling tot wat wel eens gedacht wordt is die analytische traditie bijzonder rijk en subtiel—ook al geldt dat uiteraard niet per se voor iedere bijdrage eraan. Het is dan ook tegen de achtergrond van die traditie dat ik het voorafgaande artikel van Gadamer kritisch wil beschouwen. Ik zal daarbij niet teveel uitweiden over de discussies die binnen de analytische traditie gevoerd zijn over ieder onderwerp dat Gadamer aanstipt. Gadamer betoogt niet steeds helder voor zijn stellingen, maar, hoewel hij daar in mijn ogen zijn kaarten vaak door overspeelt, zal ik toch proberen zijn positie zo intuïtief en welwillend mogelijk te bejegenen. Omdat ik dat tegen het reliëf van de analytische esthetica zal doen, hoop ik duidelijk te kunnen maken waar de charmes en gebreken van beide posities liggen.
2001. “Gadamer over gelijktijdigheid.” Feit & fictie V:120–28.
» (91K)
You must be logged in to post a comment.