Philosophy of the Arts

Papers

Zwanenzangen en dodenmaskers

Hoe moeten we over muziek denken en over de manier waarop ze latere generaties met de componist in aanraking brengt? Het is vrij gangbaar om te zeggen dat musici de partituur van een stuk uitvoeren en dat het de componist is die de partituur heeft geschreven. Als we ons muziek zo voorstellen, leidt dat tot vragen over interpretatie en de correctheid daarvan, of tot een vraag als: welke uitvoering is het werk—of: Is de partituur al niet het werk, waarom moet het nog klinken?
Ik wil muziek vandaag anders benaderen. Hoe maken musici waar wat de componist voor oren had? Hoe drukt Sjostakowitsj zich uit in hoe Susanne van Els en Reinbert de Leeuw zich uitdrukken op altviool en piano? Hoe wordt de kunstenaar bewaard in zijn muziek? Nogmaals, het gaat me niet letterlijk om het terugvinden van de man, de componist, maar om hoe we dit soort vragen kunnen stellen terwijl we van de muziek genieten. Het zijn vragen die zich opdringen voor eenieder die deze sonate als een zwanenzang wil horen.
“Zwanenzangen en dodenmaskers.”, bij de presentatie van de CD van Reinbert de Leeuw en Susanne van Els, van Sjostakowitsj’ Vioolsonate, Opus 147. Amsterdam, Energetica, 17 oktober 2007.
»   (209K) PDF

You must be logged in to post a comment.