Filosofie (nl.)
Waarlijk allografisch
Waarlijk allografisch zijn, lijkt het, alleen literatuur en etsen. Daar doet het lichaam van de kunstenaar inderdaad niets meer bij de totstandkoming van de laatste gedaante van het werk.
Als iemand een schilder een idee influistert en die maakt daar vervolgens een schilderij van, is dat werk dan allografisch? Nee, want we nemen de schilder als de maker. Dat is een keus van de theorie, zou je kunnen zeggen, en ze is gemotiveerd met het argument van de zichtbaarheid van de kunstenaar in het kunstwerk. Een componist is wellicht ook te begrijpen als degene die de musicus het werk influistert. Dus ook muziek zou dan als autografisch beschouwd kunnen worden—zoals we ook wel weten bij wat we dan weer de populaire muziek noemen. We luisteren naar Snoop Doggy Dogg, Madonna, en Ry Cooder—zoals we naar een Picasso tentoonstelling gaan. Mocht iemand een pop nummer van een ander uitvoeren, coveren noemen we dat dan, dan is dat als een schilder die andermans werk naschildert: Mike Bidlo en andere appropriationisten schieten hier te binnen.
Dat we anderen die schilderijen naschilderen vervalsers noemen, komt puur omdat ze net doen alsof ze de originele schilder zijn. Maar iemand anders dan Rembrandt kan geen Rembrandt schilderen, en dat is wat de schilderkunst autografisch maakt. The Supremes zongen alleen maar liedjes van anderen, nou en?
Zoals Denis Dutton al zei: alle kunst is uitvoering.
En film? Ik noemde dat een syngrafische kunstvorm, omdat mensen hier samenwerken om tot het eindresultaat, de film, te komen. De film realiseert de intenties van velen, waarbij influisteraars (regisseurs), acteurs, belichters, cameramannen en monteurs hun eigen inbreng hebben. Syngrafisch is niet allografisch: het is niet zo dat de regisseur de film maakt en de anderen dat werk uitvoeren. Allografisch lijkt als term van een romantische opvatting uit te gaan: van een kunstenaar die het eigenlijke werk concipieert, en de anderen die dat dan uitvoeren: een intentionele drogreden.
Dennis Dutton. Artistic crimes: The problem of forgery in the arts. The British Journal of Aesthetics, 19:302–314, 1979.
Gerwen, Rob van. 2002. “De ontologische drogreden in de analytische esthetica.” Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte 94:109–123.
Nelson Goodman. Score, sketch, and script. In Languages of Art, pages 177–224. Hackett Publishing Company, Indianapolis, 1985.
Jerrold Levinson. Authentic performance and performance means. In Music, Art, & Metaphysics, pages 393–408. Cornell University Press, Ithaca, N.Y., 1990.