Filosofie (nl.)
Beloften
Een groot filosoof redeneerde dat je je aan beloften moet houden vanwege het principe dat daarbij hoort en dat je het tegengestelde principe (dat je je niet aan je beloften hoeft te houden) niet aan iedereen kunt toeschrijven.
Ik heb dat altijd voetstoots aangenomen, maar het klopt niet.
Je moet je aan een belofte houden omdat je dat wil en je wilt het omdat je hem aan een ander mens hebt gedaan. Als ik mezelf iets beloof, bij voorbeeld om met roken te stoppen, is het niet bijster problematisch om die belofte te breken.
Het is ook niet bijster problematisch als ik een belofte aan de hond van de buren breek—hoewel ook daar hetzelfde principe me van zou moeten weerhouden.
Ik heb Rex Bloomstein beloofd een bespreking van zijn film KZ te schrijven. Ik heb hem ook geschreven—met de hand vooralsnog. Ik moet hem nog intypen. Moet hem intypen. Er is voor mij geen twijfel over. Niet om de rest van de mensheid, of om het principe—wat een onzin.
Ik moet mijn belofte aan Rex nakomen omdat ik hem aan hem heb gedaan: ik heb met hem gesproken, hem aangekeken, ben oprecht tegen hem geweest, hij tegen mij. We waren echt voor elkaar. Wat we elkaar zeiden was echt. Daarom moet ik de bespreking afmaken. Voor Rex.
Ethici zullen wel zeggen dat ik iets over het hoofd zie in de Categorische Imperatief, maar de enige reden waarom ik mijn belofte aan Rex moet nakomen is omdat ik een mens ben en Rex ook en we oog in oog met elkaar aan tafel hebben gezeten.
Ik schrijf dit in het Nederlands omdat het contraproductief is als Rex het zou lezen—ik neem aan dat hij geen Nederlands leest—het zou het begin kunnen zijn van het verwateren van mijn plicht aan hem.