Philosophy of the Arts

mfok

De psychologische werkelijkheid van het zelf

De ethiek, de psychologie en het recht draaien om het zelfbeeld dat het subject ontleent aan introspectie, de spiegel en de anderen. Hoewel deze wegen alle bijdragen aan dit zelfbeeld, zijn het, volgens mij, “de anderen” die het beheren. Deze these staat op gespannen voet met de moderne opvatting van het zelf als geconcipieerd en beheerd in de geest van de persoon. Mijn these beschrijft dan ook wat men als een paradigma-wisseling in de psychologie (en elders) zou kunnen zien.
De moderne visie op de geest is om twee redenen problematisch: ten eerste maakt ze het zelf te lokaal en rationeel beheersbaar, en ten tweede begrijpt ze waarneming als een constructie in die geest van onverenigbare zintuiglijke stromen gegevens. Die twee zwakten hangen samen en verhinderen een goed filosofisch zicht op het zelf. Ik zal aan de hand van de visie op onze waarneming van filosofen die erbij waren toen de moderne geest werd opgericht, de Britse empiristen Hume (in 2) en Locke (3) duidelijk maken waarom ons spiegelbeeld precies niet ons zelfbeeld kan leveren (4). Introspectie komt te laat, zou men kunnen zeggen, daar ze beschouwd kan worden als de gewaarwording van de precieze aard en werkelijkheid van de sociale wederkerigheid en omdat er niets is in de geest om te bekijken. Ons zelfbeeld wordt door de anderen beheerd (5), en een aantal ervaringen pleiten voor dit argument, zoals die van de reu ̈nie; de nieuwe sociale omgeving; gelaatsverminking; cosmetische chirurgie; en de rouw. Daarmee hoop ik een levensvatbare verklaring geschetst te hebben voor de psychologische werkelijkheid van het zelf (6) en een alternatief voor de moderne opvatting van een interne en autonoom beheerde geest.
De genoemde paradigma-wisseling draait rond het inzicht dat een belangrijke norm van correctheid voor de identificatie van het zelf in de interactie tussen personen ligt (zoals blijkt in de rechtspraak en de psychotherapie). In de fractie van een blik kan de waarheid zich vertonen.2 De psychoanalyse begrijpt van oudsher hoe we ons de anderen door introjectie toe ̈eigenen, hoe we onze gevoelens op anderen projecteren, en de overdracht en de tegenoverdracht; en ook het gedragstherapeutische streven om gedrag te confronteren met de context waarin de cli ̈ent er de neiging toe voelt opkomen, concentreert zich op wederkerigheid. Het inzicht dat de eigen geest geen autonoom beheerd ding is, zoals de moderne opvatting meent, maar zich bevindt in de sociale interactie tussen het zelf en zijn omgeving, dringt zich zelfs op in de cognitieve psychologie in het debat over de zogenaamde “extended mind” these dat de geest geen substantieel ding in de hersenen is.
‘De psychologische werkelijkheid van het zelf’. Frans Koenraadt en Ido Weijers (red.), Vrijheid en verlangen. Liber Amicorum prof. dr. Antoine Mooij, Den Haag, Boom Juridische uitgevers, 2009, 13-23.
»   (126K) PDF

You must be logged in to post a comment.