Philosophy of the Arts

Arthur Schopenhauer

Schopenhauers geluksleer

Afgunstig.

Van Schopenhauer is bij SUN een geluksleer verschenen, De kunst om gelukkig te zijn gevuld met citaten van klassieke auteurs en overpeinzingen daarover van Schopenhauer zelf. Ik val maar met de deur in huis, Leefregel 2 zegt:
Vermijd afgunst: [..] [‘Je zult nooit gelukkig zijn, als het je kwelt dat een ander gelukkiger is’, Seneca, De ira, III, 30, 3].
Gek, om dit te horen van de filosoof die bij aankomst in Jena zijn colleges op hetzelfde tijdstip plande als G.W.F. Hegel, hoewel die toen op het hoogtepunt van zijn roem was en overvolle zalen trok.

De psychologie eruit geredeneerd

Schopenhauer heeft in zijn filosofie de psychologie uit het systeem geredeneerd. Immers, individualiteit leidt maar tot lijden. Waar komt de individualiteit vandaan: uit de blinde streving vanaf de wil, waar wij geen zeggingskracht over hebben. Wat is volgens Schopenhauer de grote waarde van kunst: dat ze ons tijdelijk in staat stelt onze individualiteit af te leggen en ‘zuiver subject van het kennen’ te zijn. Beter nog ware meditatie waarin we die individuloosheid langer vermogen vast te houden.

Belangeloosheid.

Schopenhauer is in mijn stellige visie de filosoof die Kants eis van belangeloosheid in het esthetische zijn slechte naam heeft bezorgd. Bij Kant is er slechts sprake van dat, als wij over schoonheid oordelen we dit niet (mogen) doen uitsluitend omdat wij belang hebben bij de existentie van het beoordeelde (bij voorbeeld omdat we het eigenlijk willen consumeren), maar bij Schopenhauer moet het subject zijn individualiteit afleggen, ophouden de mens te zijn die hij is…
Lees de filosofische kritieken op de theorie van de esthetische houding, of op de notie van belangeloosheid (disinterestedness) er maar op na: George Dickie, bij voorbeeld, richt al zijn pijlen op een Schopenhaueriaanse versie van het argument (zonder dit expliciet te beseffen, overigens).

Geluk en het individu.

Hoe kan deze filosoof, die de filosofie van psychologie heeft ontdaan ons nu suggesties doen over hoe we gelukkig kunnen worden? Het is één ding om te beseffen dat het ons ongelukkig maakt wanneer we alsmaar menen dat het gras elders groener is, maar iets heel anders om het eigen karakter naar dat inzicht te vormen.
Wittgenstein zag geluk als een verplichting en dat lijkt me behulpzamer.
Geluk is toch juist een psychologische term, of tenminste, een term met duidelijk psychologische componenten? Het is wezenlijk een ‘diesseitige’ term. Hoewel ons geluk zeker in de weg wordt gezeten door het soort van mechanismen dat Schopenhauer met zijn metafysica van de Wille heeft willen beschrijven, moet geluk toch juist beleefd worden door een individu?

Geluk en plastische chirurgie.

Op televisie zijn er verschillende programma’s waarin individuen de gelegenheid krijgen om zich te laten ‘verbouwen’ tot mooiere mensen. Een neus kan ingekort worden, borsten vergroot, wangen opgetrokken, wallen weggehaald, zowat alles is mogelijk. Als de operaties achter de rug zijn, worden de klanten ook nog in het nieuw gestoken en door visagistes opgemaakt. Het resultaat wordt enkele weken nadat de klant haar/zijn wens aan de programma-redactie voorlegde, aan een verzamelde groep vrienden en famileleden getoond.
Voordat het zover is worden de klanten in het bijzijn van de camera ‘uitgepakt’. Menig slachtoffer roept uit dat hij/zij een nieuwe persoonlijkheid heeft gekregen, een nieuwe persoon is geworden: ‘Een lot uit de loterij!’
Ik heb het over Make me Beautiful (Net 5) en Extreme Make-over (Yorin).

Schopenhauer en plastische chirurgie.

Wat zou Schopenhauer hierover zeggen? vermoedelijk zou hij zich ertegen verzetten, maar met de verkeerde redenen. Hij zou zeggen: dit soort ingrepen is slechts ingegeven door het verlangen zich meer als individu te profileren. Daar moet men zo weinig mogelijk aan toegeven: maak je niet druk om wat de anderen van je vinden, onthecht je daarvan!
Mogelijk ook zou Schopenhauer het toejuichen vanuit het idee dat een individu zich door plastische chirurgie juist los kan maken van zijn eigen toevallige individualiteit: een mens zou zich hierdoor meer kunnen conformeren aan de Idee Mens (die er in onze cultuur rondzwerft): een hogere algemeenheid.

Ons zelfbeeld.

…een xenofobe poging desuperioriteit van ‘ons soort mensen’ te bewerkstelligen…

Een mens worstelt pakweg 30 jaar met zijn uiterlijk en met de reacties daarop van anderen. Het heeft zijn karakter diepgaand bepaald dat anderen hem (in zijn eigen ogen) lelijk vonden. Hij heeft psychologisch zijn weg moeten vinden met zijn frustraties. Het zelfbeeld is een functie van wat men in de spiegel ziet (maar vergelijk ook Lacan over het spiegelstadium), hoe men zich doorgaans voelt in gezelschap van anderen en hoe die anderen, vooral de naasten op een en ander reageren. In het Christendom bestaat de waarde van de loutering: acceptatie van de omstandigheden met als doel innerlijke zielsrust. Nietzsche: wordt die men is. Orakel van Delphi: Ken uzelve.

Goede argumenten tegen plastische chirurgie (op televisie).

Door plastische chirurgie vervreemdt men zich van zijn oude zelf, dat wil zeggen, van zijn oude spiegelbeeld (en de gevoelens die men daar altijd bij had), maar ook van zijn naasten en vrienden. Die laatsten zie u als een product, als een object; niet als een persoon. Maar u zult nieuwe vrienden maken. Het is inderdaad net als met een lot uit de loterij. U zult zich echter altijd blijven afvragen of die mensen u evengoed gekozen zouden hebben toen u nog uw oude, echte zelf was.

En de anderen zelf? Zou men die niet ook verbouwen?

Voordat de nieuwe persoon onthuld wordt aan de verzamelde naasten, schuift de camera eerst over hen heen. Het toont, zo lijkt de bedoeling van die camerabewegingen, verwachtingsvolle gezichten, grote nieuwsgierigheid. Het toont ons echter ook een aantal koppen waarvan we ons steeds weer, onwillekeurig (!), afvragen: Zou men die niet ook moeten verbouwen? Hebben zij niet meer redenen?

Mensen aankijken.

Ik schreef elders al dat de lengte van het aanstaren van mensen sociaal vastligt. Ook de inhoud is afgeschermd, bleek me de dag nadat ik naar televisie had gekeken. Ik liep het station uit de stad in, en bemerkte tot mijn grote schaamte, dat ieder gezicht dat op me af kwam in mijn ogen voor correctie (de term alleen al!) in aanmerking kwam. De ene had een te grote neus, de ander een te kleine of een scheve; de voorhoofden, de haarinplant, rimpels, you name it. Ik liep me daar op mijn gemakje over te schamen, toen iemand in mijn gezichtsveld kwam, waarvan ik me afvroeg of hij geen reden had om de kleur van zijn huid te laten hertinten. Die gedachte was nog maar net uit mijn brein ontsproten, of ik beseft in volle glorie wat er aan de hand was: plastische chirurgie is niets anders dan een xenofobe poging de superioriteit van ‘ons soort mensen’ te bewerkstelligen.

De moraal van het verhaal.

Het meest verontrustende is niet dat er iets vertoond wordt in dit soort programma’s wat zich in werkelijkheid ook afspeelt. Niet het afbeelden maak ik bezwaar tegen, maar de handeling die daardoor verricht wordt. Dit soort televisie laat ons anders naar de werkelijkheid kijken, op een manier die het afwijkende niet langer tolereert. Het zal niet lang duren of wie afwijkt van de een of andere fysieke norm (opgelegd door modes en de televisie) wordt beoordeeld als iemand die de ander beledigt omdat hij niet de moeite heeft genomen om in de blik van die ander mooi te zijn–dat wordt een moreel vergrijp aangezien men nu eenmaal in staat is zich te vermooien.

En nu?

Er is maar één manier om mijn onrust over dit soort televisie-programma’s enigszins te sussen. Men dient voortaan na iedere aflevering een vervolg te vertonen: hoe is het de verbouwde vergaan? Hoe staat het leven er een half jaar later (dat lijkt me wel genoeg afstand) voor?
Die vrouw wier partnerkeus evident met de nodige frustratie over de eigen aantrekkelijkheid samenhing, zou die nog bij haar partner zijn nu ze zich te koning te rijk voelde met haar nieuwe uiterlijk? Die vrouw die het bestond om omwille van haar eigen ego-verbouwing vier weken af te zien van haar pasgeboren eersteling, zou die nog een gelukkig huwelijksleven hebben?

Voor de duidelijkheid: ik heb überhaupt niets tegen onze vermogens om slachtoffers van ongevallen een menswaardig uiterlijk te bezorgen. Chapeau! De crux is hierbij dat een ongeval de psychologie van de persoonlijkheid heeft verstoord. Die psychologie lijkt me van groter belang dan het eventuele maatschappelijke succes dat men met een verbouwing mogelijk kan verkrijgen. Over geluk gesproken.

You must be logged in to post a comment.