Philosophy of the Arts

Arts

Kan kunst kritisch zijn?

Het lijkt erop dat kunst wel kritisch kan zijn, want ze kan immers alles aan de orde stellen. Maar tegelijk lijkt het ook dat ze dat niet kan, omdat kunstwerken niets beweren of betogen, maar alleen dingen tonen, presenteren. (Wat beweert een Rembrandt zelfportret? Wat beweert Picasso’s Guernica?)

Kunst beweert niets, net zomin als ze iets ontkent of vragen stelt. Documentaires kunnen wel beweren, maar die vallen in een andere praktijk, die van de journalistiek, waar waarheid voorop staat (ik beweer niet dat documentaires altijd waar zijn). Fictiefilms beweren evenwel niet: welke bewering doet Star Wars? The lord of the Rings? The Lobster?
Neem een ogenschijnlijk eenduidige film als voorbeeld, Ex Machina (2015). Deze film gaat over de vraag of robots zich als mensen kunnen gedragen, met emoties, empathie en zo; ze toont dat robots heel ver kunnen komen, en dat de zwakke schakel eigenlijk de mens is. Maar is dat de bewering van de film? Kan die bewering de film vervangen? Zorgt de film ervoor dat onze fascinatie voor robotica afneemt?
Het lijkt mij van niet, en dat is volgens mij een probleem voor het kritische potentieel van de kunst. Kunstwerken kunnen ons wel laten nadenken over dingen, maar dat doen ze niet door ons te vertellen welke conclusie we moeten trekken. Dat bedoel ik: ze beweren niet.

Maar als kunstwerken tonen in plaats van beweren, kunnen ze dan niet toch kritisch zijn?
Het probleem met kunstwerken is dat ze dat waarover ze ons willen laten nadenken, moeten tonen; en als ze het tonen, moeten ze dat op een positieve manier doen — anders stimuleert het ons niet om over na te denken natuurlijk. Zo is de robot in Ex Machina heel aantrekkelijk gemaakt, anders gaan we niet mee in het gedachten-experiment. En dus gaan we naar huis met twee ideeën: dat robotica een probleem is, en dat robotica aantrekkelijk is.

Twinks4Trump

Een recent geval stond onlangs beschreven in de NRC van 19 oktober 2016, van een fotograaf die jonge homo’s gefotografeerd had en als serie in een tentoonstelling had gepresenteerd: Twinks4Trump. (Een twink is in de homoseksuele porno-industrie een jong uitziende man, in de leeftijd van 18 tot 33 jaar, met weinig tot geen lichaams- en gezichtsbeharing en weinig mannelijke kenmerken (bron: Wikipedia).)
De auteur van het artikel in de NRC, Pieter van Os, beschrijft hoe de galerie-houder besloot om de tentoonstelling te sluiten toen hij er achter kwam dat de tentoonstelling niet ironisch bedoeld was. Hij was er achter gekomen dat de fotograaf Donald Trump steunt.

Natuurlijk kunnen homoseksuelen republikeins denken, lijkt me, maar het heeft wel iets paradoxaals dat ze voor Trump zijn, aangezien het voor iedereen wel duidelijk is dat die man uitsluitend onderbuikgevoelens twittert, en zijn aanhang waarschijnlijk helemaal niet zo gecharmeerd zal zijn van gelijke rechten voor homoseksuelen; en het dus een kwestie van tijd zal zijn, mocht Trump het tot president maken, voordat diezelfde achterban zijn pijlen op de gay-movement zal richten. Het schijnt dat homo’s in het populisme een medestander zien, omdat dat zich verzet tegen moslims die zich tegen die gelijke rechten keren, zo van: de vijanden van onze vijanden zijn onze vrienden. Daar kun je natuurlijk best anders over denken. Maar de galerie-houder meende blijkbaar dat kunstenaars progressief moeten zijn.

De moraal

Maar nu mijn argument. Het lijkt alsof de Twinks4Trump tentoonstelling stemmen voor Trump probeert te werven via afbeeldingen van “twinks”, maar hoe werkt dat dan? Wie naar de tentoonstelling gaat, zal misschien gedachten krijgen zoals de galerie-houder: hoezo zijn onderdrukte homoseksuelen vóór die blaaskaak van een Trump? Of men zal hier verward over raken—inderdaad kunnen ook homo’s natuurlijk republikeins denken.
Maar het zou ook kunnen dat men gaat denken: zijn deze foto’s wel bijzonder genoeg om voor kunst door te gaan? (En is die vraag niet de interessantste?)

Maar die vraag stellen we tegenwoordig steeds minder omdat er nogal veel kunst-adepten zijn die zijn gaan geloven dat kunstwerken zonder problemen politieke standpunten kunnen verdedigen. (Denk bijvoorbeeld aan de laatste Dokumenta, of aan het Utrechtse BAK, of aan Jonas Staal).

Ik denk dus dat kunst dat niet kan. Of dat nu voor of tegen Trump is. Natuurlijk kan een kunstwerk hardop zeggen “Ik ben voor Trump”, het kan er zelfs letterlijk geschreven staan, maar omdat het een kunstwerk is, zal het altijd nog heel andere dingen “zeggen” dan alleen dat.

Dat, beste mensen, is wat kunst interessant maakt.

(Een goede reden voor de galeriehouder om zijn tentoonstelling te sluiten, had kunnen zijn dat de foto’s het artistiek niet verdienen. Maar ja, die reden kon hij niet meer opvoeren, omdat hij immers zelf de tentoonstelling opgezet had…)